Voeding, wat weet de wetenschap?

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er geen relatie bestaat tussen een vetrijk voedingspatroon en chronische aandoeningen, zoals dik worden. Er bestaat echter wel een verband tussen het volgen van een koolhydraatrijk voedingspatroon, dat de traditionele voedingsschijven voorschrijven, en dat jij waarschijnlijk volgt, en chronische aandoeningen zoals dik worden. Hoe is dat nu weer mogelijk? Van vet eten word je dus niet dik en van koolhydraten wel. Dat klinkt je wellicht erg paradoxaal in de oren.

Industrieel

Het moge duidelijk zijn dat alle vormen van industrieel geproduceerd gemaksvoedsel, zoals kant-en-klaar maaltijden, snacks, fastfood, koek, taart, snoep en candy bars slecht voor je gezondheid zijn. Ze bevatten veel transvetten, zout en toegevoegde suikers. Transvetten zijn zeer ongezonde vetten. Die toegevoegde suikers zie je op het etiket vaak staan onder het woord koolhydraten. In dit soort voedsel bestaan de koolhydraten voornamelijk uit toegevoegde suikers. Deze suikers laten je onder andere insulineniveau in je bloed pieken. Je ervaart veel energie, tot gedurende een uur of twee na de maaltijd, gevolgd door een dip.

Insulinepieken

Juist die insulinepieken in je bloed doen je veel kwaad. Die zorgen uiteindelijk voor een hongerig gevoel, zo’n twee uur na je maaltijd. In de eerste instantie wil je je honger stillen. Dus ga je op zoek naar een tussendoortje. Dit tussendoortje bevat vaak ook weer veel calorieën en behoort ook vaak thuis in de categorie gemaksvoedsel.

Glycemische index

Hoe kun je dit tegengaan? Het is onverstandig om alle koolhydraten uit je voedingspatroon te snijden. In de wereld van koolhydraten wordt onderscheid gemaakt in koolhydraten met een hoge en een lage glycemische index. Koolhydraten met een hoge glycemische index zitten in veel gemaksvoeding als koek, snoep, snacks, frisdrank en ook in wit brood. Je lichaam neemt deze koolhydraten snel op, waardoor je insulineniveau in korte tijd sterk stijgt. Dit zijn de slechte koolhydraten.

Volkoren

Koolhydraten met een lage glycemische index zitten veel in volkoren producten, havermout, peulvruchten, knolgewassen en zilvervliesrijst. Je lichaam neemt deze koolhydraten langzamer op, waardoor je insulineniveau veel minder hard stijgt. De energie die hieruit voortkomt, komt geleidelijker in je lichaam. Deze koolhydraten verzadigen veel meer.

Belangenverstrengeling

Hoe komt het dan dat die traditionele voedingsschijven niet goed zijn? Volgens de zowel Verburg als Willett, komt dit onder andere door belangenverstrengelingen. Grote bedrijven en vertegenwoordigers van sectoren uit de voedingsmiddelen industrie, hebben de nationale overheden geholpen bij het opstellen van de richtlijnen voor de voedingsschijven. Dus toen de eerste varianten van dergelijke schijven landelijk geïntroduceerd werden, hadden commerciële partijen hun belangen in de richtlijnen weten onder te brengen.

Artsen

Een blik op de eerste voedselschijven leert je dat deze partijen afkomstig waren uit de koolhydraatrijke kant van de voedingsmiddelen industrie. Vandaar dat aardappelen, pasta en rijst zo’n prominente plek innamen. Een andere reden, dat de traditionele voedingsschijven niet goed zijn ligt wellicht in het feit dat artsen, gedurende hun opleiding, weinig kennis vergaren over een gezond eetpatroon. Medici worden opgeleid om mensen beter te maken, die ziek zijn geworden. Ze zijn echter niet opgeleid om te voorkomen dat mensen ziek worden. Daarom schrijven ze medicijnen voor en geen broccoli.